Overslaan en naar de inhoud gaan

Japanse oester Magallana gigas

Foto: Bas van Hulst-Kuiper

Indeling

Ostreidae [familie]
Magallana [genus] (1/1)
gigas [soort]

De Japanse oester is een grillig gevormde tweekleppige met een langwerpige schelp. De soort is eetbaar en wordt voor consumptie gekweekt. In Zeeland is de soort bekend onder de naam 'creuse'. De dieren leven niet ingegraven, zoals de meeste tweekleppigen, maar hechten zich aan een vast substraat, maar ook op plaatsen met zand- als modderbodems. Vanwege de immobiele levenswijze worden oesters gerekend tot de epifauna. De dieren kunnen uitgroeien tot een lengte van ruim 40 cm en zijn in staat in relatief korte tijd grote oppervlakken te koloniseren en bedekken. Na de oesterziekte in 1962-1963, waarbij de bestanden van de inheemse Zeeuwse platte oester Ostrea edulis waren gedecimeerd, is de Japanse oester op veel plaatsen in Europa, waaronder in Zeeland (Yerseke) geïntroduceerd voor consumptie. Aanvankelijk werd aangenomen dat ze zich bij ons niet konden voortplanten. Al snel echter bleek dit echter wel degelijk het geval, waarna de soort zich in een fiks tempo wist uit te breiden langs de gehele Nederlandse kust. Inmiddels is ook de kolonisatie van de Waddenzee een feit. Door zijn enorme productie aan larven, zijn filtercapaciteit en snelle groei, is de soort in staat de larven van veel andere organismen weg te filteren en organismen te verdringen en letterlijk te overwoekeren. De soort wordt daarom wel als plaag gezien. Vanwege de toename aan hard substraat, kunnen echter ook nieuwe kansen voor de natuur ontstaan. De Japanse oester wordt behalve door de mens, gegeten door een aantal vogelsoorten, waaronder (zilver-)meeuwen die de oesters vanaf grote hoogte laten stukvallen op harde oppervlakken als dijken en fietspaden. Recentelijk zijn ook scholeksters waargenomen die zich lijken te gaan richten op het openbreken van losliggende en losgespoelde oesters (Cadée 2008).