Herkenning
27 cm. Donkerder dan Turkse tortel. Donkere rugveren met brede kastanjebruine randen geven geschubd uiterlijk. Kop grijs, borst diep roze, bovenvleugels met grijs veld en donkere slagpennen, staart donker met witte eindband, met name van onderaf gezien opvallend. Onderzijde van vleugels grijs. Vlek op zijhals gevormd door smalle zwarte en witte lijntjes. Vlucht recht en snel, met rukkende vleugelslagen, als Turkse tortel.

Verspreiding en voorkomen
Broedt in Europa, (maar ontbreekt in Ierland, Schotland, IJsland en de Scandinavische landen), Rusland, Belarus, Oekraïne, Kazachstan. In Nederland schaarse broedvogel, wegtrekkend.

Biotopen
Open bosgebied en parken. Foerageert vaak op bouwland.

Voedsel
Voornamelijk zaden en vruchten.

Eieren
Aantal eieren in legsel meestal 2 , zelden 1. Buikig tot ovaal, glad en enigszins glanzend. Wit. Formaat 30,7 x 23,0 mm.

Geluiden
Zang monotoon 'toerr toerr toerr'.

Publicatie

• Oosterbroek, P., Roselaar, C.S. & P. Schalk (eds.). Vogels van Europa. ETI BioInformatics. [link]