Overslaan en naar de inhoud gaan

Kauw Corvus monedula

Foto: Hans van der Meulen

Indeling

Corvus [genus]
(8 soorten in totaal / 4 gevestigd)
monedula [soort] (3/1)

Herkenning
32 cm. Een bekende, levendige vogel. Komt vaak in grote aantallen voor, samen met spreeuwen en roeken. Loopt, in tegenstelling tot meeste andere kraaien, snel en schokkend; vlucht licht met snelle vleugelslagen. Groepen vertonen vaak acrobatische toeren in de lucht. Makkelijk te onderscheiden van andere kraaien door klein formaat, brutaal gedrag, korte en lichte snavel, kenmerkend geluid en verenkleed. Achterhoofd en oorstreek grijs, onderdelen donkergrijs, oog bleekgrijs, overige delen zwart. Juveniel bruiner, maar andere kenmerken maken verwarring onwaarschijnlijk.

Verspreiding en voorkomen
Komt voor in Verenigd Koninkrijk, Europa, Rusland tot Mongolië en Midden-Oosten. Oostelijke populaties overwinteren in het Midden-Oosten. In Nederland zeer talrijke broedvogel, jaarrond aanwezig, doortrekker en wintergast in zeer groot aantal.

Biotopen
Meestal in open bosgebieden en parken, ook bij oude gebouwen en klippen aan zee en in het binnenland. Zoekt vaak voedsel op landbouwgronden. Bouwt nest in holten in bomen, rotsen, gebouwen, en zelfs in konijnenholen. Vaak in grote groepen.

Voedsel
Voornamelijk kleine gewervelde en ongewervelde dieren. Ook wel plantaardig voedsel, zoals gewassen, granen, vruchten en bessen.

Eieren
Eieren in legsel meestal 4-6, soms 2-9. Buikig, gland en glanzend. Licht helder blauw van verschillende intensiteit. Bezet met kleine vlekjes, en spikkels in zwartachtig-bruin, olijfbruin en blauwgrijs; de tekens variëren van klein en overvloedig tot schaars, en zelden geheel afwezig. Formaat 35,7 x 25,5 mm.

Geluiden
Gewone roepen karakteristiek: een kort en hoog 'tsjak' (bij opwinding snel herhaald), en een kort 'kjow'; in broedtijd verschillende andere geluiden. Een nogal lawaaiïge vogel.

Publicatie