Overslaan en naar de inhoud gaan

Boszandoog Lopinga achine

Foto: Tim Faasen

Indeling

Satyrinae [subfamilie]
Lopinga [genus] (1/0)
achine [soort]

Indeling

Satyrinae [subfamilie]
Lopinga [genus] (1/0)
achine [soort]

De boszandoog komt in een groot deel van Midden-Europa voor, maar is overal zeldzaam (geworden). Hij leeft zeer lokaal in Zuid-Zweden en is verdwenen uit Denemarken. In Wallonië is de soort sinds 1926 uitgestorven. De dichtstbijzijnde populaties leven nu nabij Parijs en in Midden-Duitsland. De soort staat als 'kwetsbaar' op de Europese Rode Lijst. (Bink 1992, Van Swaay & Warren 1999).

De waardplanten zijn verschillende grassen. De soort leeft in enigszins open, vochtig bos met een weelderige, grazige ondergroei. De vlinder vliegt in één generatie tussen eind juni en begin augustus en overwintert als halfvolgroeide rups. Hij is honkvast. (Bink 1992).

De boszandoog is een dwaalgast die eenmaal in Nederland is waargenomen: één mannetje zou gevangen zijn in de Balleman tussen Rijsbergen en Galder (nb) op 29 juli 1866. De verzamelaar, Heylaerts, is tamelijk omstreden. Bovendien had hij op dezelfde dag ook nog enkele rotsvlinders. Het schijnt dat men toentertijd op de vergaderingen van de Entomologische Vereniging bij het tonen van een bijzondere vlinder te horen kreeg: 'dat is zeker weer zo'n beest uit de tuin van Heylaerts'. De argwaan nam verder toe, toen bleek dat in zijn collectie een groot aantal zeer zeldzame micro- en macrolepidoptera aanwezig waren, waar nooit een mededeling over was gedaan. Veel van zijn waarnemingen zijn echter met latere vondsten bevestigd. Dat geldt overigens niet voor deze soort. Zowel Lempke (1937) als, voor de micro's, Dia-konoff (1968) namen het voor hem op als betrouwbare waarnemer. Het exemplaar bevindt zich nu in het Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis in Leiden. (Heylaerts 1870, Kuchlein 1993).

Bron

Auteur(s)

Wynhoff, I., Swaay, C. van, Groenendijk, D., Bosveld, M., Bos, F.

Publicatie