In warme klimaten is Struikaster een altijdgroene struik; in koudere gebieden is de struik loofverliezend. Struikaster is een tweehuizige plant; er zijn aparte mannelijke en vrouwelijke planten. Zaden worden alleen gevormd als er mannelijke en vrouwelijke in elkaars nabijheid staan. De plant bloeit in de nazomer en het begin van de herfst (augustus tot en met oktober). Het stuifmeel wordt door de wind verspreid. De plant vermeerdert zich voornamelijk door middel van zaad, maar kan zich ook door het vormen van uitlopers vermeerderen. De plant produceert grote hoeveelheden zaad (ca. 1 miljoen zaden per volwassen vrouwelijke plant!), dat ongeveer 5 jaar kiemkrachtig blijft. De zaden worden door de wind verspreid. Wanneer de vruchtjes in het water terechtkomen blijven zij, dankzij het pappus, gedurende enige tijd op het water drijven. Verspreiding door water is zeer waarschijnlijk. Als de bodem voldoende vochtig is kunnen de zaden in het najaar al binnen 1 tot 2 weken kiemen. De optimale temperaturen voor ontkieming liggen tussen de 15 en 20°C. Kieming en succesvolle vestiging vindt alleen plaats op open onbegroeide grond of in een niet gesloten vegetatiedek. De struiken groeien snel en kunnen al na twee jaar bloeien. Als de struiken tot op de bodem worden afgezaagd lopen ze snel weer uit. Ook na brand lopen de planten weer uit.

Bron

Auteur(s)

Beringen, R.