Overslaan en naar de inhoud gaan

Amerikaanse langlob-ribkwal Mnemiopsis leidyi

Foto: Marion Haarsma

Indeling

Mnemiidae [familie]
Mnemiopsis [genus] (1/1)
leidyi [soort]

De Amerikaanse langlob-ribkwal is een zeer schadelijke en inmiddels beruchte invasieve soort, vanwege de grote hoeveelheden plankton die de dieren in korte tijd tot zich kunnen nemen en de enorme snelheid waarmee ze zich kunnen voortplanten. Grote concentraties aan plankton, larven, viseieren en sperma kunnen in korte tijd zeer sterk afnemen. Dit in tegenstellling tot de kortlob-ribkwal die veel minder plankton eet. Als de Amerikaanse langlob-ribkwal zich massaal weet te ontwikkelen, raakt het hele systeem ernstig verstoord. Dit is onder meer gebeurd in de Zwarte Zee en de Kaspische Zee (Shiganova & Padov 2006). In die gebieden is een aanzienlijke achteruitgang in de hoeveelheid zoöplankton, visseneieren en vissenlarven waargenomen als gevolg van de komst van de Amerikaanse langlob-ribkwal (Purcell et al. 2001), terwijl daarvoor juist een toename had plaatsgevonden als gevolg van de overbevissing van planktonetende vissen. Door de afname van plankton in combinatie met de overbevissing waren de hoeveelheden vis zeer sterk gedaald. De visserij heeft daardoor een enorme economische schade ondervonden. Toppredatoren als dolfijnen en zeehonden zijn daardoor eveneens sterk in aantallen afgenomen (Stone 2005).

De Noordzee is een open watersysteem en de kans op rampzalige gevolgen als gevolg van de opkomst van de Amerikaanse langlob-ribkwal is daardoor minder groot als in de Zwarte Zee en de Kaspische Zee. Maar onze min of meer afgesloten watersystemen zoals het Grevelingenmeer, het Veerse Meer, de Oosterschelde en de Waddenzee vormen wel degelijk risicogebieden. Vooral het (nog) vrijwel volledig afgesloten Grevelingenmeer loopt een groot risico, omdat daar in de zomer zuurstofarme omstandigheden kunnen ontstaan waarvan de weinig kritische Amerikaanse langlob-ribkwal van kan profiteren.

Bij grote dichtheden aan Amerikaanse langlob-rikwallen zullen in deze gebieden alle soorten met een planktonisch stadium ernstig worden bedreigd. Aangezien de meeste mariene soorten een larvaal stadium hebben of hun eieren en sperma direct in het zeewater lozen, kunnen ecosystemen sterk verarmen indien de Amerikaanse langlob-ribkwal zich daar inderdaad massaal ontwikkelt.

De Nederlandse wateren zijn door eutrofiëring en overbevissing extra kwetsbaar. De kustwateren van Nederland worden ernstig belast door eutrofiëring (Klein 2007) en de meeste vissoorten in de Noordzee worden sterk overbevist, met als gevolg dat plankton kan toenemen en een massale ontwikkeling voor de Amerikaanse langlob-ribkwal mogelijk maakt.

Vanwege zijn brede ecologische spectrum aan toleranties, kan de Amerikaanse langlob-ribkwal in relatief veel verschillende ecosystemen overleven. Het is daarom waarschijnlijk dat de soort zich in Nederland blijvend zal vestigen. Dit is immers in alle gebieden in Zuidoost-Europa gebeurd. Overal waar de soort eenmaal was waargenomen, is ze niet meer verdwenen (Shiganova et al. 2001, Stone 2005). De Amerikaanse langlob-ribkwal is waarschijnlijk niet effectief te bestrijden. Het introduceren van natuurlijke vijanden uit het oorspronkelijke gebied van de soort kan voor andere onverwachte problemen zorgen en positieve effecten zijn zeker niet gegarandeerd. Het invoeren van de ribkwal Beroe ovata zou in dat geval het meest voor de hand liggen. Dit is de natuurlijke vijand van de Amerikaanse langlob-ribkwal. In de Zwarte zee, waar deze predator onbedoeld ook is geïntroduceerd, werd de populatie Mnemiopsiswel enigszins beperkt.

Grootschalige massale populatieontwikkelingen van de Amerikaanse langlob-ribkwal zijn mogelijk te beheersen door de afname van eutrofiëring, waardoor minder planton beschikbaar komt en overbevissing van planktonetende vissen te verminderen. Verder zouden afgesloten gebieden als het Grevelingenmeer zoveel mogelijk moeten worden gespuid om zuurstofarme en zuurstofloze omstandigheden zoveel mogelijk tegen te gaan. Het creëren van een grotere spuisluis met een grotere spuicapaciteit zou voor het ecosysteem van de Grevelingen mede om die reden gunstig zijn.

Zie voor uitgebreide informatie over preventie, bestrijding en beheersing: Gittenberger (2008).

Bron

Auteur(s)

Gittenberger, A., Gmelig Meyling, A.W.