Overslaan en naar de inhoud gaan

Siberische grondeekhoorn Tamias sibiricus

Foto: Gerard Visser

Indeling

Sciuridae [familie]
Tamias [genus] (1/1)
sibiricus [soort]

De Siberische grondeekhoorn is aanzienlijk kleiner dan de gewone eekhoorn en heeft een bruingrijze, oker of zandkleurige vacht op de bovenzijde met vijf zwartbruine lengtestrepen. De middelste streep loopt van het achterhoofd tot de staartwortel, de twee buitenste lopen vanaf de schouderbladen en de andere twee lopen vanaf de nek. De buikzijde heeft een witgrijze vacht met een geleidelijke overgang naar de rugkleur. Zijn staart is lang, grijsachtig met drie zwartbruine strepen en is pluimig. De Siberische grondeekhoorn heeft korte voorpoten met elk vier tenen en sterke achterpoten met elk vijf tenen. Alle tenen hebben scherpe nagels. De oren steken duidelijk uit de vacht en de ogen zijn donker en zitten aan de zijkanten van de kop. De neusspiegel is klein en roze en heeft korte donkere snorharen. Deze soort heeft grote wangzakken. De afmetingen zijn als volgt: kop-romplengte 12-17 cm, staartlengte 8-11,5 cm en gewicht 50-120 g.

Gelijkende soorten Wangzakeekhoorns hebben alle een roodbruine vacht, met over de rug twee lichte en twee donkere strepen. Het uiterlijk is eekhoornachtig, maar verwarring met de inheemse rode eekhoorn is bijna niet mogelijk. Alleen de Amerikaanse grondeekhoorn Tamias striatus, ofwel oostelijke wangzakeekhoorn, wordt in Nederland gehouden, maar erg weinig. In 1990 is er een, overigens onzekere, melding van deze soort bekend bij Geleen.

Bron

Auteur(s)

Hollander, H.