Overslaan en naar de inhoud gaan

Hondshaai Scyliorhinus canicula

Foto: Dick Belgers

Indeling

Scyliorhinus [genus] (2/1)
canicula [soort]

Herkenning
De hondshaai is een licht grijsbruine haai met kleine donkerbruine vlekjes en enkele grote vlekken in dezelfde kleur. De buik is grijswit. Hij wordt maximaal één meter lang. Zijn staartvin steekt bijna recht achteruit en mist de stuwkracht van een v-vormige staart die veel andere haaien hebben.

Voedsel
De hondshaai zoekt ‘s nachts naar kreeftachtigen, andere ongewervelden en kleine vissen. Overdag rust hij tussen zeewier op zandbanken.

Voortplanting
De hondshaai paait in de herfst, in dieper water. Weer dichter bij de kust legt het vrouwtje jaarlijks zo’n twintig eieren van zeven centimeter lang, die met kronkelige draden vasthaken aan de ondergrond.
De eikapsels van de hondshaai hebben lange, gedraaide hoorns. Hierdoor vind je soms hele kluwens van aangespoelde lege kapsels. Verse exemplaren zijn okergeel tot olijfbruin, oude ingedroogde exemplaren vaak zwart. Eikapsel spoelt regelmatig aan, vaak als een kluwen vastgehecht aan ander drijvend materiaal.Vanwege hun opvallende uiterlijk hebben eikapsels van haaien en roggen hebben in Engeland de treffende naam ‘Mermaid’s Purses’ (zeemeermintasjes).

Leefgebied
Op zand- en slibbodems; op met wieren begroeide zandbanken, tot circa 400 meter diepte.

Bron

Auteur(s)

Adema, J.P.H.M., Pieterse, S.M.