Overslaan en naar de inhoud gaan

Witgat Tringa ochropus

Foto: Louis Westgeest

Indeling

Scolopacidae [familie]
Tringa [genus] (10/1)
ochropus [soort]

Herkenning
24 cm. Bovendelen donkerbruin, bijna zwart, met schaarse witte vlekjes; kop fijn grijs gestreept; nek, borst en flanken zwaarder grijsbruin gestreept en gevlekt. Voorhoofd, wenkbrauwstreep, keel en rest van onderdelen wit. Staart breed zwart-wit gestreept. Snavel stevig, vrij kort, donker met groenige basis, poten groen of grijsgroen. In vlucht onmiskenbaar door zwarte bovendelen en ondervleugels, opvallende witte stuit en witte onderdelen. Poten steken niet voorbij staart uit. In broedkleed iets meer wit gespikkeld dan in winterkleed en iets zwaarder getekend op borst. Juveniel lijkt sterk op adult maar heeft in vers kleed gelijkmatige beige vlekjes op bovendelen in plaats van onregelmatige witte vlekjes. Schuw en solitair, knikt bij onraad vaak met kop en staart. Vliegt als hij opgejaagd wordt vaak met rukkende vleugelslagen in zig-zag vlucht laag weg en wint dan snel hoogte, onderwijl luid roepend.

Verspreiding en voorkomen
Broedt in Noordoost-Europa en noordelijk Azië. Trekt in de winter naar westelijk en zuidelijk Europa, Afrika (met uitzondering van de Sahara en het meest zuidelijke deel van Afrika), en grote gebieden in de zuidelijke helft van Azië. In Nederland een doortrekker in vrij klein aantal.

Biotopen
In een grote variatie aan zoetwatergebieden, vooral nabij modderige oevers, moerassen, beken, kleine plasjes, slootjes, meren en in drinkpoelen voor vee. Zelden in zoute (getijden)gebieden.

Voedsel
Ongewervelden, vooral insecten, ook wel spinnen, wormen en mollusken.

Eieren
Aantal eieren in legsel meestal 4, soms 2-3. Peervormig tot ovaal. Glad en enigszins glanzend. Zeer licht crèmeachtig, zwak olijf of groen getint, of zelden olijfkleurig-geelbruin. Gespikkeld, gestippeld of met schaarse kleine vlekken of korte dunne strepen en krabbels in donker violetbruin of roodachtig-bruin en licht violetgrijs. De tekens zijn meestal klein en betrekkelijk overvloedig, vaak tonen ze enige concentratie in een zone rond de stompe pool. De kleine vlekken zijn enigszins langwerpig. Formaat 39,1 x 28 mm.

Geluiden
Roep drietonig 'tloe-wietwiet'. Zang nabij broedplaats een jodelend herhaald 'tietloo-ie loe-ie'

Publicatie