Overslaan en naar de inhoud gaan

Kwak Nycticorax nycticorax

Foto: Louis Westgeest

Indeling

Ardeidae [familie]
Nycticorax [genus] (1/1)
nycticorax [soort]

Herkenning
58-65 cm. Een kleine, gedrongen reiger met vrij korte poten. Volwassen met zwarte rug, lichte onderdelen, zwarte kruin en 2-3 lange van achterhoofd tot op rug afhangende witte veren. Oog rood, poten geelachtig (in broedseizoen roze), forse zwarte snavel. Juveniel donkerbruin met vuilwit gevlekte bovendelen; onderdelen grijzig met donkere streping. Heeft in vlucht gedrongen verschijning, met sterk ingetrokken nek en zonder (ver) uitstekende poten. Blijft overdag in dichte dekking; voornamelijk in schemering en 's nachts actief.

Verspreiding en voorkomen
Broedvogel in de Verenigde Staten en Canada, Europa, Zuidwest-, Centraal- en Oost-Azië. Standvogel in zuidelijk Noord-Amerika, Zuid-Amerika, Afrika en Zuid- en Zuidoost-Azië en Japan. Wintergast in Mexico en op Sumatra en het schiereiland Malakka. In Nederland een uiterst schaarse broedvogel, gedeeltelijk wegtrekkend.

Biotopen
Bouwt nest in bomen, soms in rietvelden. Roest in bomen. Heeft voorkeur voor ondiepe meren, poelen, lagunes, rivieren, moerassen en andere waterrijke gebieden met ondiep zoet stilstaand of langzaam stromend water.

Voedsel
Voornamelijk amfibieën, vis en insecten; foerageert 's nachts of in de schemering.

Eieren
Aantal eieren 3-4, soms 5 (6). Elliptisch tot buikig. Glad, niet glanzend. Licht groenachtig-blauw. Formaat 49,5 x 35,3 mm.

Geluiden
Roep een kort en raafachtig: 'wok' of 'kwook', gewoonlijk in vlucht.

Bron

Auteur(s)

Voskamp, P.

Publicatie

  • SOVON Vogelonderzoek Nederland 2002. Atlas van de Nederlandse broedvogels 1998-2000. Nederlandse Fauna 5: 1-584. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & European Invertebrate Survey-Nederland, Leiden.