Overslaan en naar de inhoud gaan

Arendbuizerd Buteo rufinus

Indeling

Accipitridae [familie]
Buteo [genus] (3/1)
rufinus [soort]

Herkenning
50-65 cm, 126-155 cm. Moeilijk te onderscheiden van buizerd, maar wat groter en zwaarder. Verenkleed even gevariëerd als van buizerd, van warm bruin met grote vlekken op roomwitte onderdelen tot (zeldzame) melanistische vorm met zeer donkerbruine onderdelen. Kop en staart gewoonlijk bleek, staart zonder duidelijke bandering. Onderdelen in vlucht meestal opvallend wit, behalve zwarte vleugelpunten, 'polsvlekken' en dijen. Juveniel niet te onderscheiden van jonge buizerd, behalve door lange vleugels en formaat; staart licht maar dicht gestreept.

Verspreiding en voorkomen
Broedt in delen van Zuidoost-Europa, Noord-Afrika en Zuidwest-, Zuid- en Centraal-Azië. Trekt in de winter naar delen van Oost-Afrika en zuidelijkere delen van Zuidwest- en Zuid-Azië. In Nederland een dwaalgast.

Biotopen
Komt in zijn leefgebied voor in droge gebieden zoals halfsteppen, steppen en woestijnen; nestelt gewoonlijk op rotsranden etc.

Voedsel
Zoekt prooi tijdens zweefvlucht, vanaf zitplaats of vanaf de grond. Eet voornamelijk kleine zoogdieren, reptielen en grote insecten; soms kleine tot middelgrote vogels.

Eieren
Aantal eieren in legsel meestal 2-3, zo nu en dan 4 of 5. Rondachtig tot elliptisch. Niet glanzend. Groenachtig-wit met bruin. Lichtgrijze of purperen vlekken. Formaat 60 x 47 mm (Azië); 55 x 44 mm (Noord-Afrika).

Geluiden
Roep kort en miauwend.

Publicatie