Overslaan en naar de inhoud gaan

Meerkoet Fulica atra

Foto: Wijnand van Buuren

Indeling

Rallidae [familie]
Fulica [genus] (1/1)
atra [soort]

Herkenning
38 cm. Een geheel zwarte, ronde watervogel met glanzende zwarte kop en nek en witte bles en snavel. In vlucht is smalle, witte achterrand aan binnenvleugel zichtbaar. Poten groen met grote gelobde tenen. Juveniel bruingrijs met bleekgrijze kop, keel, voorkant van nek, borst en buik. Vliegt half rennend, half vliegend van water op. Duikt waterplanten op en neemt kenmerkend sprongetje alvorens te duiken.

Verspreiding en voorkomen
De meerkoet komt in geheel gematigd Europa en Azië voor. In Nederland zeer talrijke broedvogel, jaarrond aanwezig, doortrekker en wintergast in zeer groot aantal.

Biotopen
Broedt langs meren, plassen, langzaam stromende rivieren, parkvijvers etc. Buiten broedseizoen in groepen op grotere meren, riviermondingen en andere brakke wateren.

Voedsel
Verzamelt op uiteenlopende manieren groene delen en zaden van waterplanten, schelpdieren, insecten en hun larven.

Eieren
Aantal eieren in legsel meestal 6-9, soms 5-15. Buikig, glad en enigszins glanzend. Licht isabelkleurig, tamelijk gelijkmatig met donkerbruine en zwarte stippen en vlekken getekend. Formaat 52,6 x 36,2 mm.

Geluiden
Gewone roep een kort en luid 'kowk' of 'kewk'. Verschillende tweelettergrepige geluiden zoals 'kt-koewk' en een explosief 'pfwit'.

Publicatie