Overslaan en naar de inhoud gaan

Graspieper Anthus pratensis

Foto: Louis Westgeest

Indeling

Motacillidae [familie]
Anthus [genus] (10/3)
pratensis [soort]

Herkenning
14,5 cm. Kleur variabel. Hoofdzakelijk grijsbruin, groenbruin of olijfkleurig, donker gevlekt en gestreept op boven- en onderdelen. Borst met geelbruine zweem, borst en flanken zwaar gevlekt, buik vuilwit. Wenkbrauwstreep, mondstreep en keel vuilwit, smalle donkere baardstreep. Twee wittige vleugelstrepen. Staart donker met witte buitenste staartpennen. Poten roze of grijzig, nooit zo donker als bij oeverpieper. Geslachten gelijk. Vaak zeer moeilijk te onderscheiden van boompieper, behalve op geluid. Andere onderscheidende kenmerken zijn de minder uitgesproken koptekening, terwijl boompieper over het algemeen een geler verenkleed en sterker roze poten heeft. Beide soorten houden zich vaak op de grond op of zitten, met name bij verstoring, op takken. In broedseizoen in paren, buiten broedseizoen meestal in kleine of grotere groepen, samen met andere piepers, leeuweriken, etc.

Verspreiding en voorkomen
Heeft een noordelijke verspreiding; van IJsland en Groenland tot aan West-Siberië. De zuidgrens van het verspreidingsgebied in Europa ligt in Frankrijk. Populaties uit noordelijke gebieden overwinteren zuidelijk tot Noord-Africa en Zuidwest-Azië. In Nederland voornamelijk standvogel.

Biotopen
Voornamelijk in open gebieden met veel lage vegetatie. In de winter ook in andere biotopen, maar altijd in de buurt van voldoende dekking in vorm van lage vegetatie.

Voedsel
Hoofdzakelijk ongewervelden, ook af en toe zaden. Foerageert vrijwel uitsluiten op de grond.

Eieren
Aantal eieren in legsel meestal 3-5, soms 7. Buikig. Glad en glanzend. Verschillend in kleur, minder dan bij boompieper, maar met verschillende opvallende typen - bruinachtig, grijsachtig, of roodachtig. Grondkleur lichtgrijs, geel: bruin, of roze. Gespikkeld en gevlekt met bruin en lichtgrijs, of zo fijn getekend dat ze bijna effen donkergrijs of geelbruin lijken. Soms met zwartachtige haarlijntjes. Formaat 19,8 x 14,6 mm.

Geluiden
Roep dun 'iest' en 'tsieiep'. Zang serie van dalende 'tsie'-tonen, versnellend en in triller eindigend, waarbij vogel als parachute naar beneden zeilt.

Publicatie