Overslaan en naar de inhoud gaan

Westelijke blonde tapuit Oenanthe hispanica

Foto: Berry van der Hoorn

Indeling

Muscicapidae [familie]
Oenanthe [genus] (8/1)
hispanica [soort]

Herkenning
Mannetje met zwart masker dat alleen op oorstreek doorloopt; met vrij korte handpenprojectie en okergele mantel en borst. Vleugels zwart, middelste staartpennen en distale helft van de buitenste zwart, rest van staart wit, op 3e en 4e pen bijna tot aan punt van de veer; staartband minder recht afgesneden dan bij andere tapuiten (maar gelijk aan dat van bonte tapuit). Rest van verenkleed zandkleurig, soms vrijwel wit. Vrouwtje lijkt sterk op vrouwtje tapuit, met bleke grijze kop, bruine bovendelen en vleugels, vuilwitte onderdelen, maar staart met zwartwittekening als in mannetje. Verenkleed bij beide sexen zeer variabel en soms zeer moeilijk van bonte tapuit te onderscheiden, behalve mannetje in broedkleed.

Verspreiding en voorkomen
Komt voor in Zuidwest-Europa en Noordwest-Afrika. In Nederland een dwaalgast.

Biotopen
Komt in zijn leefgebied voor in droge, open, stenige en zandige gebieden, met verspreide bosjes en bomen. Komt niet hoog in de bergen voor.

Voedsel
Kleine ongewervelden, die vanaf zitplaats worden opgespoord en dan in korte achtervolging op de grond of in de lucht worden gevangen. Keert vaak naar zelfde zitplaats terug, als grauwe vliegenvanger.

Eieren
Aantal eieren in legsel meestal 4-5. Buikig. Glad en glanzend. Lichtblauw. Bezet met fijne roodachtig bruine spikkels en kleine vlekjes, vaak zwak. Tekens zijn schaars, uitgezonderd aan de stompe pool, waar ze een krans of kap vormen, die soms sterk getekend is. Formaat 19,9 x 15,1 mm.

Geluiden
Roep droog 'tsjek'. Zang gehaast, met lange frases van fluitende en ratelende tonen.

Publicatie