Overslaan en naar de inhoud gaan

Draaihals Jynx torquilla

Foto: Hans van der Meulen

Indeling

Picidae [familie]
Jynx [genus] (1/1)
torquilla [soort]

Herkenning
17 cm. Middelmatig grote vogel, lijkt niet op een specht. Kleuren en tekening lijken op die van Nachtzwaluw. Hoofdzakelijk bruin, met cryptisch getekende bovendelen. Kop en rug met grijze zijden, zwart op midden, verder gemengd met bruin, grijs en zwart. Staart grijs, zwart en bruin gebandeerd. Onderdelen lichter, keel en borst geel, gehele onderdelen met fijne zwarte dwarsbandering, maar buik ongebandeerd, vuilwit. Staart vrij lang en afgerond. Maakt indruk van grote zangvogel, als een Grote Karekiet, met logge langzame bewegingen. Komt veel op de grond; vlucht zwaar en flappend.

Verspreiding en voorkomen
Broedt in Europa, Rusland en china. Overwintert met name in Zuid-Azië en Centraal-Afrika. In Nederland uiterst schaarse broedvogel, wegtrekkend, doortrekker in klein aantal.

Biotopen
Broed in oude, meestal deels verrotte loofbomen, in open loofbos op zandgrond (veelal grenzend aan heide).

Voedsel
Vooral mieren, maar ook wel andere insecten. Foerageert op de grond. Vangt prooi door deze op te pikken of op te likken met lange kleverige tong.

Eieren
Aantal eieren in legsel meestal 7-10, soms 5-14. Worden dagelijks gelegd. Het zijn ongewone leggers, die grote aantallen eieren produceren onder abnormale omstandigheden. Eieren buikig tot ovaal. Glad maar niet glanzend. Wit. Formaat 20,8 x 15,4 mm.

Geluiden
Lachend, slepend 'kjie kjie kjie', lager dan kleine bonte specht.

Publicatie