Overslaan en naar de inhoud gaan

Kolgans Anser albifrons

Foto: Kees Venneker

Indeling

Anser [genus]
(12 soorten in totaal / 3 gevestigd)
albifrons [soort] (2/1)

Herkenning
65-78 cm. Kleiner en donkerder dan grauwe gans. Adult verschilt van grauwe, riet- en kleine rietgans door grote witte 'kol' aan basis van roze snavel, onregelmatige zwarte bandering op borst en oranje poten. Bovenflanken met witte randen, een opvallende lijn vormend; anaalstreek en onderstaartdekveren wit. Vleugelboeg iets lichter dan rest van vleugel, maar vleugel zonder duidelijke tekening. Juveniel zonder witte 'kol' en zonder bandering op buik; verenkleed bruiner en meer gevlekt. Kan verward worden met grauwe gans maar kolgans kleiner en met oranje poten. Siberische ras albifrons heeft roze, Groenlandse ras/soort flavirostris oranje snavel.

Verspreiding en voorkomen
Broedt in Alaska, Noord-Canada, Groenland en Noord-Siberië. Trekt in de winter naar Zuidwest-Noord-Amerika, delen van Europa en delen van Zuidwest-, Zuid- en Oost-Azië. In Nederland een vrij schaarse broedvogel, jaarrond aanwezig, wintergast in zeer groot aantal.

Biotopen
In open weidegebieden, voedselrijke graslanden, moerassen en akkers met klaver en granen.

Voedsel
's Winters bladeren, stengels, knollen, uitlopers en zaden. Weinig gegevens voor broedgebied.

Eieren
Aantal eieren in legsel 5-6, zelden 4-7. Elliptisch tot buikig. Glad, iets glanzend. Crèmeachtig-wit. Formaat 79 x 51,8 mm.

Geluiden
Roep in vlucht een hoog en 'lachend' tweelettergrepig 'kow-jow' of 'lio-liek'.

Publicatie