Overslaan en naar de inhoud gaan

Grote zaagbek Mergus merganser

Foto: Wijnand van Buuren

Indeling

Anatidae [familie]
Mergus [genus] (2/1)
merganser [soort]

Herkenning
58-66 cm. Heeft lang en slank lichaam. Groter dan wilde eend, met dunne, rode snavel en rode poten. Witte borst en zijden van mannetje met roze tint, rug zwart, groenzwarte kop; grijze stuit en staart. In vlucht mannetje makkelijk herkenbaar door wit lichaam en vleugels, zwarte kop en handpennen; binnenste deel vleugel zwart en buitenste wit. Vrouwtje met kastanjebruine kop met duidelijke rechte kuif, opvallende witte keelvlek, blauwgrijze bovendelen, grijze flanken. Vleugels in vlucht met zwarte handpennen, blauwgrijze voorvleugel, grote witte spiegel met gedeeltelijke zwarte streep. Juveniel als vrouwtje maar met kortere kuif, kop minder helder gekleurd, middenborst en bovendelen vager grijs.

Verspreiding en voorkomen
Broedvogel in Alaska, Canada, IJsland, Scandinavië, Noordoost-Europa, Rusland en delen van Centraal- en Oost-Azië. Standvogel in westelijk en oostelijk Noord-Amerika en een gebied in Zuidwest-China. Wintergast in delen van de Verenigde Staten, Noordwest- en Centraal Europa en Zuid- en Oost-Azië. In Nederland wintergast in vrij groot aantal.

Biotopen
Grote niet-bevroren meren, rivieren en lagunes, waar genoeg vis te vangen is. Heeft een voorkeur voor zoet water en komt slechts af en toe op zout water voor.

Voedsel
Vangt voornamelijk vis; zoekt met kop onder water alvorens te duiken. Prooi wordt soms onder water ingeslikt en soms naar boven gebracht. Foerageert bij voorkeur in ondiep water tot 4 m.

Eieren
Aantal eieren in legsel 7-14, zelden 15. Elliptisch tot buikig, enigszins langwerpig. Glad en iets glanzend. Crèmeachtig-wit tot geelachtig. Formaat 66,4 x 46,4 mm.

Geluiden
Meestal zwijgzaam; tijdens balts laat mannetje zachte geluiden horen; vrouwtje een scherpe, gutturale roep.

Publicatie