Beide seksen bezoeken regelmatig bloemen. Mannetjes (in Turkije) hebben territoria van 4-12 m2 op zonnige plekjes, die zij overzien vanaf een steen of een plant. Indringers van hun eigen grootte worden verjaagd door erachteraan te vliegen. Ze vertonen soms kortstondig zweefgedrag op 20-30 cm boven de grond. Bij een experiment waarbij vijf met een net gevangen en gemerkte mannetjes weer werden vrijgelaten, kwamen deze alle vijf binnen twintig minuten terug in hun territorium. Vrouwtjes vliegen tot op een halve meter hoogte door de vegetatie (Hurkmans 1988).
Een vrouwtje in Turkije legde eitjes in de bladrozet van een druifhyacint (Reemer & Goudsmits 2004). De larve is onbekend.
Bron
Auteur(s)
Reemer, M.
Publicatie
- Reemer, M., Renema, W., Steenis, W. van, Zeegers, Th., Barendregt, A., Smit, J.T., Veen, M.P. van, Steenis, J. van & Leij, L.J.J.M. van der 2009. De Nederlandse zweefvliegen (Diptera: Syrphidae). Nederlandse Fauna 8: 1-442. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij, European Invertebrate Survey - Nederland.