Herkenning Middelgrote tot grote (12-15 mm) zwarte aaskever. Brede kop met diepe V-vormige insnijding aan de voorrand, waarmee de soort zich onderscheidt van de Thanatophilus-soorten. Bovenzijde vrijwel onwaarneembaar behaard. Ruimte tussen de ribben bestippeld en sterk gerimpeld.
Voorkomen Vermoedelijk ten gevolge van het gebruik van bestrijdingsmiddelen uitgestorven in Nederland. Laatste waarneming: 1960.
Biotoop Akkers op de hogere zandgronden. Plantenetend.
Vliegtijd April-oktober.
Bron
Auteur(s)
Colijn, E.O.