Herkenning 3-5 mm. Heeft lichte poten en beige tot bleekrode dekschilden en halsschild. Halsschild vaak iets lichter dan de dekschilden tot bijna wit en met zes of zeven zwarte stippen. Dekschilden met rommelig patroon van stippen waarvan een deel met elkaar versmolten is. Karakteristiek zijn de grote zwarte stippen bovenop de dekschilden die bij de naad versmolten zijn met een naar voren langs de naad lopende zwarte streep (muzieknoot). Kan verward worden met het schaakbordieveheersbeestje.

Voorkomen Vrij algemeen op de binnenlandse zandgronden, grotendeels afwezig op de Veluwe en in Zuid-Limburg. Buiten de zandgronden schaars en nagenoeg geheel afwezig in de kuststreek.

Biotoop Vaak in vochtige terreinen met houtwallen en ruige vegetaties, ook frequent in het stedelijk gebied.

Activiteitsperiode adult Voornamelijk waargenomen van maart tot oktober met een piek in september.

Overwintering Wordt onder andere in huis aangetroffen.

Voedsel Bladluizen, larven van bladhaantjes.