Herkenning 5-7 mm. Halsschild en dekschild grotendeels (bleek)oranje met op elk dekschild acht ronde of ovale lichte vlekken. Kan verward worden met tienvleklieveheersbeestje, twaalfvleklieveheersbeestje en roomvleklieveheersbeestje maar heeft vijf witte vlekken die in een rij aan weerszijden van de naad staan (drie of vier bij de andere soorten). Heeft een brede doorzichtige rand aan het halsschild, waar doorheen de ogen zichtbaar zijn. De dekschilden lopen aan de zijkanten breed uit en zijn aan de randen doorzichtig.

Voorkomen Algemeen in heel Nederland.

Biotoop Een soort van loofbomen, onder andere veel op esdoorn en es, en te vinden in bossen, parken en tuinen.

Activiteitsperiode adult Het gehele jaar te vinden. Het meest algemeen in het zomerhalfjaar maar overwinteraars worden opvallend veel gevonden in de winterperiode achter en tussen schors van bomen.

Overwintering In bladstrooisel aan voet van bomen en op beschutte plekken op bomen.

Voedsel Net als het zestienstippelig lieveheersbeestje en het citroenlieveheersbeestje leeft ze niet van bladluizen maar van meeldauw.