Herkenning Middelgrote tot grote (8-23 mm), vrij gedrongen boktor met korte sprieten (tot net even over de schouders). Dekschilden meestal zwart, soms (rood)bruin, met 2-4 lengteribben. Onderscheidt zich van Spondylis buprestoides door het ontbreken van de vooruitstekende kaken; van andere middelgrote boktorren door de korte sprieten.

Voorkomen Vrij zeldzaam op zandgronden. Verdwenen uit de duinen.

Biotoop Op houtstapels, stronken en dode stammen in grotere naaldbossen. Vooral op den.

Vliegtijd Mei-juni. Schemer- en nachtactief. Vliegt op licht.

Bron

Auteur(s)

Colijn, E.O.