Levenswijze

Aegosoma scabricorne is een polyfage soort waarvan de ontwikkeling plaatsvindt in hout van ondermeer populier, wilg, es, linde, beuk, tamme kastanje, paardenkastanje, eik, plataan, walnoot en fruitbomen. De larven leven in vochtig, rot hout van staande of liggende stammen, vooral in die delen die nog in verbinding staan met het levende of afstervende hout. Na verloop van drie jaar bereiken de larven een lengte van wel 100 mm om vervolgens, in het voorjaar of de zomer, nog drie tot vier weken in het popstadium door te brengen. De kevers zijn schemer- en nachtactief. Overdag verschuilen ze zich achter loszittende schors, tussen afgevallen bladeren en in boomholten. Veel exemplaren in musea en particuliere collecties zijn afkomstig van lichtvangsten.

Fenologie

In het buitenland zijn de kevers gevonden van medio juli tot eind augustus.

Bron

Auteur(s)

Teunissen, A.P.J.A.

Publicatie

• Teunissen, A.P.J.A. 2009. Verspreidingsatlas Nederlandse boktorren (Cerambycidae). EIS-Nederland, Leiden.