Voorkomen
| Status | Oorspronkelijk. Minimaal 10 jaar achtereen voortplanting. (1a) |
| Habitat | land |
| Referentie | Carabidae. In: Catalogus van de Nederlandse kevers (Coleoptera) |
| Expert | Turin, H. |
Areaal
Europese soort. Vanaf Noordwest-Europa (Engeland, Bretagne, Noord-Spanje), noordelijk Midden-Europa, Oost-Europa tot aan de westelijke Oeral (Gebert 1995). Areaal-karakteristiek: 3, Nederland: submarginaal.
Verspreiding in Nederland
In Nederland verbreid op de zandgronden, inclusief de kuststrook. Op de Britse Eilanden vroeger verbreid in de kuststreken van Engeland en Wales, maar thans beperkt tot de noordwestkust van Engeland, van Lancashire tot Cumberland (Hyman 1992, Luff, 1998). In Groot-Brittannië op de Rode Lijst. Bij ons is geen speciale kustbinding vast te stellen. In het overige omliggende gebied gewoon en wijd verbreid, vooral in Denemarken en Duitsland (Bangsholt 1983, Horion 1941) maar ook in Zwitserland (Marggi 1992). In Fennoscandië voornamelijk in het zuiden (Lindroth 1974, 1985). In België vooral in de heidegebieden in het noorden en aan de kust; met name in de Ardennen met grote gaten in het verspreidingsgebied.
Status: er is enige achteruitgang in het aantal Nederlandse en Belgische (Desender et al. 1995) waarnemingen te zien, maar dat geldt niet voor de gegevens uit Denemarken (Desender & Turin 1986, 1989).
Bron
Auteur(s)
Turin, H.
Publicatie
- Turin, H. 2000. De Nederlandse loopkevers, verspreiding en oecologie (Coleoptera: Carabidae). Nederlandse Fauna 3: 1-666. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & European Invertebrate Survey-Nederland, Leiden.