Overslaan en naar de inhoud gaan

Bladpootrandwants Leptoglossus occidentalis

Foto: Louis Westgeest

Indeling

Coreidae [familie]
Leptoglossus [genus] (1/1)

Leptoglossus occidentalis leeft van jonge twijgen, pollen en zaden van coniferen. Waardplanten zijn den Pinus sp., douglaspar Pseudotsuga menziessi, helmlockspar Tsuga sp. en spar Picea sp., terwijl ze incidenteel ook wordt vermeld van amandel en pistache Pistacia sp. (Mitchell, 2000). Villa et al. (2001) vermelden haar ook van Cupressaceae (Cedrus en Juniperus), Bernardinelli & Zandigiacomo (2001) van citrus en Barta (2009) van Calocedrus decurrens.

Ze heeft afhankelijk van de omstandigheden één tot drie generatie per jaar en de volwassen dieren overwinteren. De eieren worden in rijtjes afgezet op de naalden. Nimfen zijn in ons land waargenomen van juli tot in oktober en volwassen dieren werden in alle maanden van het jaar aangetroffen met een duidelijke piek in september en oktober van dieren in en rond woningen op zoek naar overwinteringplekken (Databank Werkgroep Heteroptera, EIS-Nederland, stand 20 oktober 2010).

Overwintering op beschutte plaatsen, vaak binnenshuis en in aantal bij elkaar door afscheiding van een aggregatieferomoon. Ze vliegt goed en veel op zoek naar geschikte overwinteringsplaatsen in het najaar en naar waardplanten in het voorjaar. Dankzij infraroodstraling weet ze waardplanten met zaad te lokaliseren (Takács et al., 2009).

Bron

Auteur(s)

Aukema, B.