De gouden metselbij komt voor in de duinstreek, langs de grote rivieren en in Zuid-Limburg. Uit het binnenland zijn slechts enkele recente waarnemingen bekend. Het exemplaar uit Noord-Nederland is nog niet gecontroleerd. De soort maakt verschillende broedcellen in één slakkenhuis. Het slakkenhuisje wordt beplakt met groene plantendeeitjes en wordt afgesloten met een propje waarin bladpulp is verwerkt. De functie van het beplakken van het slakkenhuisje met plantendelen is nog onbekend. Het is een beperkt polylectische soort, met voorkeur voor vlinderbloemen, lipbloemen en ruwbladigen. In ons land vastgestelde broedparasieten zijn de knotswesp Sapygaquinquepunctata en de goudwesp Chrysura cup rea. Het is een vroege soort die al vanaf eind maart aangetroffen kan worden. Ze vliegt tot in augustus en het diagram suggereert dat in juli een partiële tweede generatie actief wordt.

Bron

Auteur(s)

Peeters, Th.M.J., Raemakers, I.P., Smit, J.

Publicatie

• Peeters T.M.J., I.P. Raemakers & J. Smit 1999. Voorlopige atlas van de Nederlandse bijen (Apidae). European Invertebrate Survey - Nederland, Leiden.