De veenmol, die vroeger ook wel aardkreeft werd genoemd, is verwant aan de krekels, maar de antennen zijn kort en een legboor ontbreekt. Met de verbrede voorpoten graven de dieren gangen waar zij het grootste deel van hun leven in door brengen. Naast graven en lopen kunnen ze ook zwemmen, duiken en vliegen. De vrouwtjes hebben broedzorg, waarbij ze de nestjes eieren en jonge nymfen bewaken en vochtig houden. In Noordwest-Europa is er sprake van een vrij sterke achteruitgang, maar in West-Nederland kan het laag-snorrende geluid op warme avonden in de lente nog op veel plaatsen gehoord worden. Misschien wordt te weinig beseft dat de veenmol, naast de koe, kievit, grutto en groene kikker, met zijn roep en opvallende verschijning mede de sfeer van het Hollandse polderlandschap bepaalt.
Bron
Auteur(s)
Wingerden, W.K.R.E. van, Willemse, L.P.M., Odé, B., Nieukerken, E.J. van, Kleukers, R.M.J.C.
Publicatie
- Kleukers, R.M.J.C., E.J. van Nieukerken, B. Odé, L.P.M. Willemse & W.K.R.E. van Wingerden 1997. De sprinkhanen en krekels van Nederland (Orthoptera). Nederlandse Fauna 1: 1-415. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij, uropean Invertebrate Survey - Nederland.