Deze spreeuwachtige komt van oorsprong voor van Centraal-Azië tot in Zuidoost-Azië. De soort heeft recentelijk zijn verspreidingsgebied uitgebreid tot het zuidelijk deel van Europees Rusland. Daarnaast zijn Treurmaina's elders in de wereld geïntroduceerd, vooral om sprinkhanen en schadelijke insecten te verdelgen. Zo komt de soort nu onder meer voor in Zuid-Afrika, Australië en vele eilanden in de Stille Oceaan (Feare & Craig 1998). In West-Europa komen ontsnapte kooi­vogels af en toe tot broeden, zoals in verschillende regio's in Duitsland en bij Duinkerken in Frankrijk in 1986-89.

In 1998 werd op Schouwen-Duiveland korte tijd een Treurmaina waargenomen, die niet erg tam was maar zich toch gewillig fruit liet voeren (T. Sluijter pers. med.). Aanwijzingen voor een broedgeval ontbraken. Dat de soort in Nederland tot broeden kan komen, wordt aangetoond door een broedgeval langs het Veluwemeer in 1984, waarbij drie jongen uitvlogen (Smit 1984).

Net als bij sommige andere geïntroduceerde soorten geldt ook voor Treurmaina's dat ze het inheemse soorten moeilijk kunnen maken door voedsel- en nestplaatsconcurrentie. Ook plunderen ze op sommige tropische eilanden nesten van zeevogels (Feare & Craig 1998).

Bron

Auteur(s)

Ottens, G.

Publicatie

• SOVON Vogelonderzoek Nederland 2002. Atlas van de Nederlandse broedvogels 1998-2000. Nederlandse Fauna 5: 1-584. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & European Invertebrate Survey-Nederland, Leiden.