Overslaan en naar de inhoud gaan

Amoergrondel Perccottus glenii

Foto: Paul van Hoof

Indeling

Odontobutidae [familie]
Perccottus [genus] (1/0)
glenii [soort]

De Amoergrondel behoort tot de orde van de baarsachtigen (Perciformes) die gekenmerkt wordt door de aanwezigheid twee rugvinnen. De beide rugvinnen zijn bij de Amoergrondel niet vergroeid. De voorste rugvin heeft  6-8 onvertakte zachte vinstralen, de achterste rugvin 2-3 onvertakte en 8-12 vertakte vinstralen. De Amoergrondel heeft twee borst- en twee buikvinnen. Rugvinnen en staartvin zijn rond van vorm. Het lichaam is bedekt met schubben en er is geen zijlijn zichtbaar. De bek is bovenstandig en heeft geen baarddraden. Amoergrondels zijn lichtbruin gekleurd met een vlekkenpatroon van lichte en donkere vlekken. In de paartijd kleuren mannetjes donker met licht gekleurde groene vlekjes op het lichaam en de rug- en staartvinnen. De maximale lengte is 25 cm, bij een gewicht van 250 gram (Froese & Paully 2015, Kottelat & Freyhof 2007, Reshetnikov 2003).

Gelijkende soorten De Amoergrondel  is te verwarren met andere baarsachtigen (Perciformes). Baars, snoekbaars, pos, zonnebaars hebben allen harde stekelige vinstralen in de voorste rugvin. Bovendien verschillen pos en zonnebaars doordat de twee rugvinnen vergroeid zijn. Donderpadden (Cottidae) onderscheiden zich door de afwezigheid van schubben. De Amoergrondel verschilt van de exotische grondels (marmergrondel, zwartbekgrondel, Kesslers grondel en Pontische stroomgrondel) door de afwezigheid van vergroeide buikvinnen. Oppervlakkig lijkt de Amoergrondel op de Amerikaanse hondsvis, maar deze heeft slechts één rugvin.  De Amoergrondel lijkt tenslotte op andere soorten uit dezelfde familie (Odontobutidae). Deze komen allen voor in Oost-Azië en zijn tot op heden nog niet gevestigd in Europa (Kottelat & Freyhof 2007).

Bron

Auteur(s)

Spikmans, F.