Monochamus urussovii kan schadelijke organismen op bomen overbrengen tijdens het vreten. De schimmel Ceratocystis kan overgebracht worden en dit organisme doodt takken, waardoor de boom zwakker wordt (Kimoto & Duthie-Holt 2004). De boktorren kunnen ook vector zijn voor de nematode Bursaphelenchus mucronatus; deze organismen kunnen leiden tot het stagneren van het watertransport door de boom, waardoor takken of zelfs hele bomen sterven (Togashi et al. 2008). Het is niet duidelijk of de M. urussovii ook vector kan zijn voor een andere nematode: het dennenhoutaaltje Bursaphelenchus xylophilus, een soort die in Portugal voorkomt en ook incidenteel in Nederland wordt ingevoerd met verpakkingshout (bron: NVWA –[http://www.rijksoverheid.nl¬/nieuws/2012/09/21/vondst-dennenhoutaaltje-in-verpakkingshout-uit-portugal.htm]). Het dennenhoutaaltje is zeer schadelijke voor den (Pinus) en is een Europese quarantainesoort. Monochamus-soorten die afkomstig zijn uit gebieden waar het dennenhoutaaltje voorkomt worden eveneens beschouwd als quarantaineorganismen. Met fytosanitaire maatregelen moet geprobeerd worden te voorkomen dat Monochamus-soorten ons land binnenkomen en verspreid worden. Indien een Monochamus-soort wordt gevonden, dient deze verzameld en bij de NVWA (Wageningen) ingeleverd te worden, eventueel via EIS-Nederland. De ingeleverde exemplaren zullen vervolgens onderzocht worden op de aanwezigheid van het dennenhoutaaltje.