Overslaan en naar de inhoud gaan

Kleine bijenkastkever Aethina tumida

Foto: Jessica Louque

Indeling

Nitidulinae [subfamilie]
Aethina [genus] (1/0)
tumida [soort]

Kleine bijenkastkevers brengen normaal gesproken hun hele leven door in bijenkasten (zie ook biotopen). De vrouwtjes leggen de eieren op willekeurige plaatsen in de kasten (Neuman et al, 2013). De eieren komen na 3-6 dagen uit. De ontwikkeling van de larven duurt vervolgens minimaal 10-14 dagen (Lundie, 1940) maar kan, afhankelijk van de temperatuur en de hoeveelheid voedsel tot 30 dagen in beslag nemen (Neuman et al, 2013).

De larven voeden zich, evenals de volwassen kevers, met stuifmeel, honing en bijenbroed (Lundie, 1940; Elzen et al., 2000; Ellis et al., 2002). De verpopping vindt plaats in de grond, in de omgeving van de kasten. Na ongeveer acht dagen sluipen de kevers uit die na ongeveer een week volwassen zijn (Cuthbertson et al., 2013). Ze kunnen onder gunstige omstandigheden een half jaar oud worden (Lundie, 1940; Ellis et al., 2002). De vrouwtjes zouden gedurende deze periode naar schatting 1000-2000 eieren kunnen produceren (Hood, 2011).

Het klimaat in het oorspronkelijk verspreidingsgebied is warmer dan het Nederlandse klimaat maar de kleine bijenkastkever heeft zich in delen van Noord-Amerika onder vergelijkbare klimaatomstandigheden succesvol  kunnen vestigen.

Bron

Auteur(s)

Colijn, E.O.