Biotoop
De azuurwaterjuffer is in Nederland vrijwel beperkt tot de pleistocene zandgronden en het duingebied. De soort is daar algemeen bij stilstaand water en, in mindere mate, bij zwakstromende beken en kanalen. De populatieomvang hangt samen met de aanwezigheid van drijvende waterplanten: hoe meer drijvende waterplanten, des te groter de po-pulatie. Biotoopbeschrijvingen uit omliggende landen geven aan dat de binding aan wateren met een dergelijke vegetatie sterk is (Lenz 1991, Schorr 1990, Thompson et al. 1985). C.puella is bijna geheel afwezig in laagveengebieden. De waarnemingen uit deze gebieden betreffen waarschijnlijk zwervers, of berusten op verwarring met C.pulchellum.
Begeleidende soorten
De voornaamste begeleiders van C.puella zijn Enallagma
cyathigerum, Pyrrhosomanymphula, Anaximperator en Libellulaquadrimaculata. Dit zijn algemene soorten die op de meeste plassen op de hogere zandgronden zijn te verwachten.
Bron
Auteur(s)
Dingemanse, N.
Publicatie
- Nederlandse Vereniging voor Libellenstudie 2002. De Nederlandse libellen (Odonata). Nederlandse Fauna 4: 1-440. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & European Invertebrate Survey-Nederland, Leiden.