Overslaan en naar de inhoud gaan

Blauwe glazenmaker Aeshna cyanea

Foto: Gerard Abbingh

Indeling

Aeshnidae [familie]
Aeshna [genus] (8/7)
cyanea [soort]

Biotoop

Aeshnacyanea is weinig kieskeurig en plant zich voort in diverse stilstaande en zwak stromende wateren. De voorkeur gaat uit naar kleine, stilstaande wateren in een beboste of parkachtige omgeving – vaak wordt ze gevonden bij beschaduwde vijvers, plassen en poelen in de directe omgeving van houtopstanden. De soort komt ook voor bij geheel of gedeeltelijk beschaduwde inhammen, bochten en zijslootjes van grote kanalen, brede sloten en vennen en bij tuinvijvers in stedelijk gebied. Hij jaagt langs opgaande structuren als heggen, bosschages, lanen en parken, die soms ver van water af liggen. In het buitenland vindt soms succesvolle voortplanting plaats in stromend water (Kalkman & Dijkstra 2000, Schorr 1990). In 1998 werd een larve gevangen in de beek de Keersop (pers. med. J. van Delft). Aanwijzingen voor voortplanting zijn ook gemeld van vreemde plaatsen zoals regentonnen, karrensporen en zelfs een gierput (Heidemann & Seidenbusch 1993, Sternberg 1994a, pers. med. W. Reinboud).

Begeleidende soorten

De blauwe glazenmaker is met name op de zandgronden een zeer talrijke en verspreid voorkomende soort. Hij deelt de biotoop dan ook vooral met de algemene soorten van dit gebied, met name Lestesviridis en Sympetrumsanguineum. Het is waarschijnlijk dat vooral de larven van eerstgenoemde vaak in wateren met A.cyanea te vinden zijn, aangezien ook deze leven in kleine, beschaduwde wateren zoals tuinvijvers en bospoelen.

Bron

Auteur(s)

Veling, K., Hoeffnagel, W., Berkel, A. van

Publicatie