Overslaan en naar de inhoud gaan

Variabele waterjuffer Coenagrion pulchellum

Foto: Louis Westgeest

Indeling

Coenagrion [genus] (8/6)
pulchellum [soort]

Biotoop

De variabele waterjuffer komt voor bij meer of minder voedselrijke, stilstaande wateren met veel water- en oeverplanten, zoals sloten, poelen, plassen en vennen. Bij zwak-stromende wateren bezet de soort de verlandende delen met een rijke oevervegetatie en ondergedoken waterplanten. In homogene rietkragen wordt C.pulchellum zelden aangetroffen. Sterk verlande wateren waar geen open wateroppervlakte meer zichtbaar is worden gemeden, evenals met kroos dichtgegroeide sloten  (Mostert 1998). Ook bij de Grote Rivieren is de soort waargenomen, onder andere tussen de kribben waar veel fonteinkruiden (Potamogeton sp.) groeien.

De hoogste aantallen komen voor in beschutte, ondiepe sloten en petgaten in laagveenmoerassen. Goed ontwikkelde krabbescheervegetaties (Stratoites aloides) behoren tot de meest geschikte biotopen. In laagveenmoerassen duidt het voorkomen van de soort op een redelijke waterkwaliteit. Hier kan hij in hoge dichtheid als een ‘gidssoort’ gezien worden voor de aanwezigheid van kritische libellensoorten als Brachytronpratense en Aeshnaisoceles (De Groot 1995). Op zandgrond komt C.pulchellum minder voor dan de verwante C.puella en meestal in lagere dichtheden. Een uitzondering hierop lijken wateren te zijn die onder invloed staan van kwel (Heeffer & Swinkels-Verpraet 1993, Peters et al. 1985, Wasscher & Van Velzen 1998). De variabele waterjuffer komt weinig voor bij zuur, voedselarm water. De waarnemingen uit hoogveengebieden zijn afkomstig van relatief voedselrijke, minder zure wateren. Waarschijnlijk is voor het voorkomen de voedselrijkdom bepalender dan de zuurgraad (De Groot 1997a, Heeffer & Swinkels-Verpraet 1993, Peters et al. 1985, Schorr 1990, Wasscher 1992b).

Begeleidende soorten

De variabele waterjuffer heeft de grootste overlap en is vaak aan te treffen met Erythrommanajas, ook een soort met voorkeur voor laagveen. Het is opvallend dat C.puella tot de soorten behoort die vaak met C.pulchellum te zien zijn, ook de overlap van hun verspreidingsgebieden is vrij groot. Bij wateren waar C.pulchellum en C.puella samen voorkomen, is in de regel C.pulchellum algemener dan C.puella in laagveen- en rivierkleigebieden, maar op de zandgronden is het andersom. Van een sterke segregatie lijkt geen sprake, althans niet op de schaal van kilometerhokken.

Bron

Auteur(s)

Groot, T. de

Publicatie