Overslaan en naar de inhoud gaan

Exoten in Nederland

Doel en uitgangspunten

Het Nederlands Soortenregister geeft een actueel en volledig overzicht van in Nederland voorkomende soorten. Het register is samengesteld op basis van gegevens die experts op de verschillende gebieden voor het Soortenregister bijeenbrengen.

Uitgangspunten

Het Soortenregister is opgebouwd op basis van een aantal uitgangspunten.

1. Volledigheid
Alle voor Nederland relevante namen worden opgenomen. Dit is in ieder geval een complete lijst van geaccepteerde soorten. Alternatieve namen als synoniemen e.d. worden opgenomen als ze in de afgelopen decennia in Nederland in gebruik zijn geweest.

2. Kwaliteitsborging
Het Nederlands Soortenregister biedt in essentie een digitale ingang tot reeds elders gepubliceerde informatie. De Nederlandse specialisten kiezen de te gebruiken bronnen en beoordelen de informatie. 

3. Standaardisatie
De standaardisatie betreft met name de veldenstructuur en de status van de naamgeving en het voorkomen in Nederland.

4. Verantwoording
Door nauwkeurige bronvermeldingen ontstaat een transparant systeem. Naast de literatuurbronnen wordt ook de inbreng van specialisten en meewerkende organisaties op adequate wijze vermeld.

5. Actualisatie
Het Nederlands Soortenregister wordt regelmatig geactualiseerd. Nieuwe publicaties worden snel verwerkt.

Welke soorten worden opgenomen? 
De volgende criteria worden gebruikt voor het al dan niet opnemen van soorten en namen in het systeem:

  • De soort is voor ons land gemeld in een reguliere publicatie, dus met een traceerbare bron. Soorten die verwacht worden op basis van hun voorkomen in het nabije buitenland kunnen ook worden opgenomen.
  • De soort is in ons land gevonden sinds 1758 (publicatie Systema Naturae van Linnaeus). Fossiele en subfossiele soorten vallen af. Dit betekent ook dat soorten die al langer verdwenen zijn, wél worden opgenomen in het systeem. Aan de andere kant ontbreekt bijvoorbeeld de bruine beer, die rond de 15e eeuw uitgestorven is.
  • Soorten die alleen onder directe supervisie van de mens voorkomen worden niet opgenomen in het systeem. Denk aan huisdieren, dierentuindieren, kamer-, tuin- en kasplanten. Soorten die zich zelfstandig binnenshuis (bijvoorbeeld in kassen) handhaven, worden opgenomen (bijvoorbeeld als Ingeburgerd).
  • Incidenteel geïmporteerde of ontsnapte soorten (escapes) worden facultatief opgenomen.
  • Importsoorten die zich gedurende langere tijd zelfstandig handhaven worden standaard wel opgenomen.
  • De mens zelf wordt niet opgenomen.