Herkenning Sterk zijdelings afgeplatte en langwerpige bodemvis. Eén enkele rugvin en twee aparte buikvinnen. Onregelmatig vlekkenpatroon op rug en flank. Onderstandige bek met zes bekdraden. Tot 18 cm.
Biotoop Kleine tot middelgrote stromende wateren, variërend van beken en riviertjes tot stromende sloten en stromende delen van kanalen. Ondiep water met stenig substraat.
Seizoen Paaitijd april – juni (3 mnd.).