Herkenning
De franjestaart heeft een duidelijk kleurverschil tussen buik- en rugvacht. De buikvacht is helder wit tot grijswit en de donkerdere rugvacht is grijsbruin. De franjestaart is te herkennen aan de vrij lange, licht doorschijnende oren die aan het uiteinde een beetje omhoog buigen (schoenlepelvorm). De tragus (oorklepje) is lang en spits en reikt tot de helft van het oor.
Voorkomen
De franjestaart is in Nederland tamelijk zeldzaam. Hij is vooral aan bosrijke omgeving en kleinschalig landschap gebonden en kan in dergelijke gebieden vrij algemeen zijn. De soort wordt vooral in het oosten, midden en zuidoosten van Nederland gevonden.
Zie voor meer informatie: www.vleermuis.net.