Overslaan en naar de inhoud gaan

Paapje Saxicola rubetra

Foto: Hans van der Meulen

Indeling

Muscicapidae [familie]
Saxicola [genus] (4/2)
rubetra [soort]

Herkenning
12,5 cm. Gelijk in afmetingen en structuur aan roodborsttapuit maar slanker en met langere vleugels. Mannetje heeft brede witte of crèmekleurige wenkbrauwstreep, donkere oorstreek, donkerbruine bovendelen met brede oranje veerranden, brede witte vleugelstreep, kleine witte vlek op handpennen, donkere staart met witte zijden aan basis, oranje borst, overgaand in witte buik, en witte onderstaart. Vrouwtje als mannetje, maar koppatroon minder uitgesproken, met beige wenkbrauwstreep. Juveniel als vrouwtje, maar bovendelen gelijkmatig gestreept en gevlekt en met vlekjes op borst en flanken. Zit vaak op opvallende uitkijkposten, zoals bovenin struiken, op dode takken, op paaltjes, etc.

Verspreiding en voorkomen
Broedt in Verenigd Koninkrijk, Europa, Belarus, Oekraïne, Rusland tot in Kazachstan. Overwintert met name in Centraal- en West-Afrika. In Nederland schaarse broedvogel, wegtrekkend, doortrekker in vrij klein aantal.

Biotopen
Open gebieden met ruim aanbod aan hogere uitkijkposten in de vorm van bosjes, paaltjes, lage boompjes; nabij heggen en houtwallen, in drogere moerassen, langs akkers, etc.

Voedsel
Voornamelijk insecten, soms ook zaden. Jaagt vanaf zitplaats en vliegt naar beneden om op grond prooi te vangen. Vangt ook vliegende insecten op vliegenvangermanier.

Eieren
Aantal eieren in legsel 5-7, soms 4. Buikig, glad en glanzend. Lichtblauw. Zeer fijn en vaak onopvallend roodachtig-bruin gespikkeld, meestal schaars en vaak geconcentreerd aan de stompe pool, waar het aan het ei een roestige of groenachtig-bruine tint geeft. Formaat 19,2 x 14,5.

Geluiden
Roep lijkt op die van roodborsttapuit, maar zonder 'r'-klank: 'fiu tsak tsak'. Zang melodieus gebabbel, individueel verschillend.

Publicatie