Overslaan en naar de inhoud gaan

Texelse zandbij Andrena fulvago

Foto: John Smit

Indeling

Andreninae [subfamilie]
Andrena [genus] (88/77)
fulvago [soort]

De geel doorschijnende achterschenen en de binding aan composieten (Asteraceae) zijn de meest opval­ lende kenmerken van deze soort. In Nederland is de Texelse zandbij zeer zeldzaam en recent alleen be­kend van Texel en Zuid-Limburg. Van de Veluwe is de soort al in het begin van deze eeuw verdwenen; in de jaren vijftig volgden Noord-Limburg en oostelijk Noord-Brabant. Volgens Westrich is de soort gebon­den aan traditionele cultuurlandschappen. Hier vliegt ze op overgangen van voedselarme graslanden naar oude bosranden. Op weinig begroeide plekken. wor­den de nesten gegraven. Meestal gebeurt dit afzon­derlijk, soms in kleine groepjes. De Texelse zandbij is univoltien en oligolectisch. Ze bezoekt alleen compo­sieten en vertoont daarbij een voorkeur voor muizenoortje Hieracium pilosella, gewoon biggenkruid Hy­pochaeris radicata en -plaatselijk- groot streepzaad Crepis biennis. Als koekoeksbij komen mogelijk Nomada integra en N. femoralis in aanmerking. In ons land is het overleven van de Texelse zandbij waarschijnlijk afhankelijk van het voortzetten van traditionele beheersmethoden in natuurgebieden.

 

Bron

Auteur(s)

Peeters, Th.M.J., Raemakers, I.P., Smit, J.

Publicatie