Deze sierlijke, groene sabelsprinkhaan valt op door de achtervleugels die langer zijn dan de voorvleugels en de fladderende libelle-achtige vlucht. Brede, zonnige bosranden en grazige hellingen met een goed ontwik kelde kruid- en struik laag vormen de typische biotoop. In Europa breidt de soort zich naar het noordwesten uit en in 1968 werden de eerste individuen in Nederland aangetroffen. Er is nu een beperkt aantal vindplaat sen in het zuidoosten van ons land bekend, maar een verdere uitbreiding mag ver wacht worden. Door het onopvallende geluid zijn de dieren vrij moeilijk te vinden.
Update (10-8-2015) De sikkelsprinkhaan heeft zich in de afgelopen decennia over vrijwel het hele land uitgebreid (Bakker et al. 2015).
Bron
Auteur(s)
Wingerden, W.K.R.E. van, Nieukerken, E.J. van, Odé, B., Willemse, L.P.M., Kleukers, R.M.J.C.
Publicatie
- Kleukers, R.M.J.C., E.J. van Nieukerken, B. Odé, L.P.M. Willemse & W.K.R.E. van Wingerden 1997. De sprinkhanen en krekels van Nederland (Orthoptera). Nederlandse Fauna 1: 1-415. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij, uropean Invertebrate Survey - Nederland.