De plant groeit bij voorkeur in de volle zon en op droge bodems. De soort komt zowel op zand, klei als op grindbodems voor. In Noord-Amerika staat deze soort op prairies, droge, zandige terreinen, weg- en spoorbermen, duinen en verlaten akkers.
Bron
Auteur(s)
Beringen, R.