Overslaan en naar de inhoud gaan

Driehoeksmossel Dreissena polymorpha

Foto: Hans Adema

Indeling

Dreissenidae [familie]
Dreissena [genus] (2/1)
polymorpha [soort]

De levenscyclus van de driehoeksmossel kan op hoofdlijnen onderverdeeld worden in drie stadia: een planktonische fase, een vestigingsstadium en een gevestigd stadium (Gittenberger et al. 2004, Ludyanskiy et al. 1993). De bevruchting vindt gewoonlijk plaats in het voorjaar. In deze tijd worden grote hoeveelheden eieren en sperma losgelaten in het water. Het aantal eieren dat een vrouwtje kan loslaten kan oplopen tot meer dan een miljoen. De bevruchting vind extern plaats bij temperaturen tussen de 12 en 24 ˚C.

Na de bevruchting ontwikkelt zich al snel het D-veliger-stadium, vernoemd naar de D-vorm en de aanwezigheid van een 'velum' (een van trilharen voorziene zwemflap). Dit stadium, die, afhankelijk van de condities vijf dagen tot vijf weken kan duren is van cruciaal belang voor de verspreiding van de soort. In het pediveliger-stadium ontwikkelt de schelp een voet. Dit is het stadium waarin het dier het substraat inspecteert om zich definitief te vestigen. Nadat vervolgens het velum is gedegenereerd, kan de soort zich in geval van nood alleen nog 'te voet' verplaatsen. Gewoonlijk zijn de dieren in het tweede jaar geslachtsrijp en worden ze maximaal vier jaar oud.

Het voedsel van de driehoeksmossel bestaat uit bacteriën, algen en fijne detritusdeeltjes die, samen met andere grover materiaal, waaronder zelfs de eigen veligerlarven, uit het water worden gefilterd. Ongebruikt materiaal wordt in de vorm van pseudofaeces uitgescheiden.

Bron

Auteur(s)

Haaren, T. van, Bruyne, R.H. de, Koese, B.