Pistoor (1969) onderzocht een populatie van P. obtusale in het Ketelven (Hatertse- en Overasseltse Vennen). Groei en ontwikkeling liggen tijdens de wintermaanden niet stil en het percentage dieren met broed blijft vrijwel constant. In april begint een nieuwe broedperiode. Een geboortepiek treedt op in midden maart en in juni-juli; na regenval in periodiek uitdrogende wateren ook in oktober. Bij grote dieren ontwikkelen zich meer embryo’s dan bij kleine; er worden meer embryo’s aangelegd dan geboren worden. Er wordt één broed tegelijk grootgebracht (Pistoor 1969).
Bron
Auteur(s)
Vries, J.N. de, Velde, G. van der, Meijer, T., Kuiper, J.G.J., Kuijper, W.J., Janssen, A.W., Gittenberger, E.
Publicatie
- Gittenberger, E., A.W. Janssen, W.J. Kuijper, J.G.J. Kuiper, T. Meijer, G. van der Velde & J.N. de Vries 1998. De Nederlandse zoetwatermollusken. Recente en fossiele weekdieren uit zoet en brak water. Nederlandse Fauna 2: 1-288. Nationaal Natuurhistorisch Museum, Naturalis, Nederland.