Biotopen
Vooral in niet te kleine, stilstaande, zoete wateren met rijke plantengroei; minder algemeen in onrustig, en ontbrekend in stromend water. Zoutgehalte tot 4% (Jaeckel 1962). In de uterus zijn de jonge dieren beschermd tegen uitdroging (Frömming 1956).
Bron
Auteur(s)
Vries, J.N. de, Velde, G. van der, Meijer, T., Kuiper, J.G.J., Kuijper, W.J., Janssen, A.W., Gittenberger, E.
Publicatie
- Gittenberger, E., A.W. Janssen, W.J. Kuijper, J.G.J. Kuiper, T. Meijer, G. van der Velde & J.N. de V 1998. De Nederlandse zoetwatermollusken. Recente en fossiele weekdieren uit zoet en brak water. Nederlandse Fauna 2: 1-288. Nationaal Natuurhistorisch Museum, Naturalis, Nederland.