Overslaan en naar de inhoud gaan

Japanse stekelhoren Ocinebrellus inornata

Foto: Marion Haarsma

Indeling

Muricidae [familie]
Ocinebrellus [genus] (1/1)
inornata [soort]

Exotenpaspoort ?

Reële kans op vestiging? Ja
Betrouwbaarheid beoordeling Grote mate van zekerheid (meerdere bronnen)
Toelichting op beoordeling door soortexpert (Nederlands) Vast gesteld door Goud et al. (2008). Nadien nog veelvuldig en op veel plaatsen in de getijde zone en door waargenomen door waarnemers van Stichting ANEMOON, onder meer bij het Litoraal Inventarisatie en Monitoring Project (LIMP) en Monitoringproject Onderwater Oever (MOO) van Stichting ANEMOON.
Vestigingsstatus Gevestigd
Zeldzaamheid Lokaal
Invasiviteit Potentieel invasief
Invasiviteit (toelichting) De Japanse stekelhoren is goed in staat zich aan te passen aan verschillende milieus en is zowel binnen het natuurlijke milieu als daarbuiten bestempeld als invasieve soort. Het zijn carnivore roofslakken die prederen op een wijd assortiment aan voedselsoorten, snel groeien en een hoge leeftijd (10 jaar) bereiken. Dieren, eieren en embryo’s kunnen buiten zeewater overleven in vochtige omstandigheden. De slakken boren een gaatje in de schelp van hun prooi, door een gecombineerde actie van de rasptong (radula) en chemicaliën die vanuit het aanvullende boororgaan door het boorgat worden ingebracht via de proboscis (zuigslurf). De soort heeft een hoge reproductie, natuurlijke vijanden ontbreken. Verdere uitbreiding in Nederland is te verwachten, al zal dit vermoedelijk langzaam gaan.
Type introductie Niet opzettelijk
Jaar van eerste introductie 2004 - 2007
Jaar van eerste melding 2007
Natuurlijke verspreiding
  • Noord-Amerika
  • Azië
  • Noordelijke Stille Oceaan
  • Noordelijke Atlantische Oceaan
  • Verspreiding in Nederland Zeeland
    Verspreiding in Nederland (toelichting) Eerste meldingen zijn gedaan tussen 2004 en 2007, in de provincie Zeeland. De soort is per ongeluk ingevoerd waarschijnlijk via schelpdiertransporten ten behoeve van de schelpdierkweek met name oesterkwekerijen (Faasse and Ligthart, 2009). Vermoedelijk heeft de ban op het gebruik van anti-fouling producten met tributyltin (TBT) voor kleinere schepen (vanaf 1993) positief bijgedragen aan de permanente vestiging in de Oosterschelde. De verspreiding binnen de Zeeuwse Delta verloopt natuurlijk, maar wordt ook bevorderd door schelpdiertransporten binnen de Zeeuwse Delta.
    Habitats
  • Mariene habitats
  • Estuaria en brakwatergebieden
  • Wijze van introductie
  • Visserij
  • Aquacultuur
  • Impact
  • Predatie
  • Concurrentie
  • Ecologische impact (toelichting) Eerste melding tussen 2004 en 2007, in de provincie Zeeland, via de visserij/aquacultuur, met name oesterkwekerijen (Faasse and Ligthart, 2009). Per ongeluk ingevoerd. Mogelijk met kweekoesters. Vermoedelijk heeft de ban op het gebruik van anti-fouling producten met tributyltin (TBT) voor kleinere schepen (vanaf 1993) positief bijgedragen aan de permanente vestiging in de Oosterschelde. Introductie van deze soort in nieuwe gebieden vindt voornamelijk plaats met schelpdiertransport, zowel via materiaal voor de conumptie als voor kweek. Zowel de dieren zelf als hun als eiercapsule’s kunnen worden getransporteerd.
    Economische impact (toelichting) De Japanse stekelhoren heeft wereldwijd een aanzienlijk negatief effect op schelpdiercultures, met name oesters worden veel gegeten, mossels veel minder. De slakken kunnen tot 3 oesters per week consumeren en een reductie tot 25% van de kweekpopulaties veroorzaken. Tot de prooidieren behoren de Japanse oester Crassostrea gigas, the Platte oester Ostrea edulis en de Mossel Mytilus edulis. Exacte gegevens over de economische impact van de Amerikaanse oesterboorder op de schelpdierkweek in Nederlandan ontbreken nog.

    Publicaties