De dieren komen vooral in rustig, stilstaand, rijk begroeid water voor, vooral ook in dichte vegetaties van krabbenscheer (Stratiotes aloides). In zwak stromend water worden ze niet vaak aangetroffen. Zoutgehalte tot 3‰ (Jaeckel 1962). Zie ook onder ‘Recente verspreiding’.
Bron
Auteur(s)
Vries, J.N. de, Velde, G. van der, Meijer, T., Kuiper, J.G.J., Kuijper, W.J., Janssen, A.W., Gittenberger, E.
Publicatie
- Gittenberger, E., A.W. Janssen, W.J. Kuijper, J.G.J. Kuiper, T. Meijer, G. van der Velde & J.N. de Vries 1998. De Nederlandse zoetwatermollusken. Recente en fossiele weekdieren uit zoet en brak water. Nederlandse Fauna 2: 1-288. Nationaal Natuurhistorisch Museum, Naturalis, Nederland.