Herkenning
Klein landslakje met een tonvormig huisje van tot 3,0 mm hoog en tot 1,7 mm breed. Het huisje heeft tot vijf geleidelijk in grootte toenemende windingen en is rechtsgewonden (met de op naar boven zit de opening aan de rechterkant). De kleur van het huisje is licht bruin, zelden donkerder bruin. De soort is vooral goed te herkennen aan de sterk opgezwollen laatste winding. Het is de grootste korfslaksoort van ons land. Er worden echter ook vaak kleinere, toch wel degelijk volwassen exemplaren aangetroffen.
Te verwisselen met
De meeste andere soorten met een tonvormig huisje zijn of linksgewonden of hebben geen, of een andere combinatie van tandplooien in de mondopening. De drie andere soorten die de meeste kermerken met de zeggekorfslak gemeen hebben zijn de dikke korfslak Vertigo antivertigo, de dwerg-korfslak Vertigo pygmaea, en de gestreepte korfslak Vertigo substriata. Voor een goed onderscheid met deze soorten zie: dient men Gittenberger et al 1984 of De Bruyne & Gmelig Meyling (2005) te raadplegen.
Bron
Auteur(s)
Boesveld, A., Gmelig Meyling, A.W., Bruyne, R.H. de
Publicatie
- Kalkman, V.J. (red.) 2008. De soorten van het leefgebiedenbeleid. EIS-Nederland, Leiden.