Herkenning
Zeer kleine tot 2 mm hoge slak die herkent kan worden aan de mooie en regelmatige radiale ribjes en de drie middelste windingen die ongeveer even groot zijn waardoor de zijkanten min of meer parallelzijdig zijn. De mondopening neemt minder dan een derde van de hoogte in, heeft geen tanden of lamellen en is verdikt.
Voorkomen
Beperkt tot Zeeland, Limburg en het rivierengebied bij Nijmegen.
Biotoop
Droge kalkrijke terreinen.