Overslaan en naar de inhoud gaan

Hoekige schijfhoren Menetus dilatatus

Indeling

Planorbidae [familie]
Menetus [genus]
dilatatus [soort]

Van deze van oorsprong Noord-Amerikaanse soort werden in juli 1996 twee exemplaren in Nederland verzameld, in de Maas ter hoogte van Borgharen; in 1997 volgden twee vondsten in Amsterdam (Amstel en Lijnbaansgracht) (Neckheim 1997). Een eerdere vondst uit ons land (1986) stamt uit een gracht rond fort Honswijk in de provincie Utrecht, waar het voorkomen bij later onderzoek overigens niet kon worden bevestigd. Wij ontlenen deze en de volgende gegevens over deze soort aan Wallbrink & de Vries (1996).

Elders in Europa, in Engeland, is Menetus dilatatus al in 1869 waargenomen. Ook zijn er inmiddels waarnemingen bekend uit Duitsland, Frankrijk, Polen en Tsjecho-Slowakije. De soort is thermofiel en verdere vondsten zijn dan ook vooral te verwachten op plaatsen waar koelwater wordt geloosd. Overigens blijken de slakken zich in Europa ook in rivieren te kunnen handhaven.

De schelpjes zijn klein (0,9 mm hoog; 2-3 mm breed) en zouden verward kunnen worden met gladde vormen van Armiger crista; ze zijn echter plomper, d.w.z. aanzienlijk minder plat, en minder regelmatig schijfvormig, en hebben een nauwere navel. Er zijn 2,5 snel in diameter toenemende windingen. De onderkant is opmerkelijk vlak en loopt door in de vrijwel rechte basis van de mondopening; de schelp oogt daardoor kantig. Het oppervlak heeft een fijne traliewerksculptuur. De mondopening is groot en neemt iets minder dan de helft van de schelpbreedte in beslag. Voor afbeeldingen, zie Wallbrink & de Vries (1996), Glöer & Meier-Brook (1994) en Neckheim (1997).

Bron

Auteur(s)

Vries, J.N. de, Velde, G. van der, Meijer, T., Kuiper, J.G.J., Kuijper, W.J., Janssen, A.W., Gittenberger, E.

Publicatie