Overslaan en naar de inhoud gaan

Ronde beekmuts Ancylus fluviatilis

Foto: Dirk-Jan Saaltink

Indeling

Planorbidae [familie]
Ancylus [genus] (1/1)

Levenscyclus

De levenscyclus is sterk afhankelijk van de watertemperatuur. A. fluviatilis plant zich voornamelijk voort door zelfbevruchting. De eikapsels zijn rond en plat, 3 tot 4 mm in doorsnee, en bevatten tot 4-12 eieren. Ze worden afgezet op vast substraat, vooral op de zijkanten van stenen. De eiproductie begint in de lente bij temperaturen van 7-10°c. Gewoonlijk legt een individu gedurende het voortplantingsseizoen 35-50 eieren (Bondesen 1950, Otto 1976, Stadler Et Al. 1993, Streit 1975a, 1976a). Gewoonlijk heeft A. fluviatilis een éénjarige levenscyclus, maar soms komen er twee generaties per jaar voor, of is de cyclus tweejarig. Na het afzetten van de eikapsels in de lente en de (vroege) zomer sterven de volwassen slakken snel. Het uitkomen van de eieren duurt bij 25°c ongeveer 16 dagen (58 dagen bij 10°c). Bij temperaturen van 7°c en lager is er geen ontwikkeling. Een predator van A. fluviatilis is de bloedzuiger Glossiphonia complanata, die vooral in beken sterk afhankelijk is van de dichtheid van voorkomen van deze slakkensoort (Streit 1976). Een commensaal is de oligochaete worm Chaetogaster limnaei limnaei, die zich op de slak hecht en zich met waterdiertjes voedt (Streit 1974).

Voedsel

De slakken grazen algen van stenen. Er is een duidelijke voorkeur voor diatomeeën, terwijl groen- en blauwwieren nauwelijks gegeten worden (Calow 1973, Calow & Calow 1975).

Bron

Auteur(s)

Vries, J.N. de, Velde, G. van der, Meijer, T., Kuiper, J.G.J., Kuijper, W.J., Janssen, A.W., Gittenberger, E.

Publicatie